Beste bezoekers, 
Op woensdag 24 april zal het museum uitzonderlijk gesloten zijn voor het publiek.
Gelieve ons te verontschuldigen voor het ongemak.

MEER DAN 40 UITZONDERLIJKE AUTO'S ZETTEN DE TRADITIE VAN UITZONDERLIJKE EINDEJAARSTENTOONSTELLINGEN VAN AUTOWORLD VERDER

Dit eindejaar zal de feestverlichting niet enkel in de steden en in de kerstbomen schitteren ! Ook de ogen van menig autoliefhebber zullen ongetwijfeld schitteren. Meer dan veertig uitzonderlijke auto’s zullen een bijzonder hoofdstuk uit de rijke autogeschiedenis illustreren: dat van de Supercars. Zij vormen het thema van een unieke tentoonstelling in één van de belangrijkste Europese automusea, Autoworld.

Alle tentoongestelde Supercars zijn iconen uit de naoorlogse periode, tot 2015. Geen modellen die nog in de merkenhandel zijn te vinden, maar exemplaren die intussen verzamelobjecten zijn geworden en die men enkel nog kan vinden op veilingen of bij gespecialiseerde handelaars. De exemplaren die zullen worden tentoongesteld zijn grotendeels afkomstig uit internationale musea en privéverzamelingen. En aantal werden overigens nog nooit eerder tentoongesteld.

Stof genoeg voor een unieke tentoonstelling!
Een leuk kerstcadeau aan het publiek van Autoworld.

MAAR WAT IS NU EEN SUPERCAR ?

Op die vraag heeft iedereen wel een eigen antwoord. We kunnen er niet omheen, in de loop der jaren werden de auto’s steeds maar sneller, krachtiger en extremer. Kijken we bijvoorbeeld naar de bloedmooie Lamborghini Miura, voor velen de eerste moderne supercar. Toen die in 1966 werd voorgesteld verbaasde hij de wereld met zijn dwarsgeplaatste V12 die 345 pk’s aan boord had. Exact 50 jaar later werd één van de extreemste auto’s van het moment voorgesteld, de Bugatti Chiron. Die beschikt over +/- 1500 pk, op enkele pk’tjes na is dat viermaal zoveel…

Een evolutie die het verdient om eens in de schijnwerpers te worden geplaatst: en uiteraard biedt een museum als Autoworld het ideale decor hiervoor. De expositie ‘Supercar Story’ vergelijk ik graag met de ultieme muzikale hitparade, waarbij de wagens door hun design, prestaties of tijdloze schoonheid legendes zijn geworden of zullen worden. In de volgende pagina’s kan je deze hitparade ontdekken...

Autoworld heeft intussen een mooie traditie opgebouwd met zijn grote tweejaarlijkse thematentoonstellingen. Die zijn steeds erg succesvol geweest en moedigen ons aan om de lat telkens opnieuw wat hoger te leggen. Deze keer illustreren we graag één van de leukste pagina’s uit de automobielgeschiedenis aan de hand van meer dan 50 exotische supercars. Misschien is dit wel één van de meest exclusieve exposities in ons bestaan. In ieder geval verzamelden we nooit meer pk’s in één tentoonstelling.

Speciale dank aan onze trouwe partners, de verzamelaars en de musea die ons hun auto’s uitleenden, de vele vrijwilligers en uiteraard de Autoworld familie, zoals steeds waren we zonder hen nooit geslaagd in ons opzet

De Evolutie

De term ‘Supercar’, dook heel sporadisch al eens op in de jaren ’20, maar eigenlijk duikt hij pas echt voorzichtig op in het midden van de jaren ’50, met de marktintroductie van sportwagens met voor die tijd uitzonderlijke prestaties, zoals de Mercedes 300SL (1954) of de Chevrolet Corvette C1 (1953) in de USA. 

Het begrip krijgt navolging in de jaren ’60 met o.a. de Ford GT 40, die er kwam nadat de overnamedeal tussen Ford en Ferrari afsprong, of met de voorstelling van de Lamborghini Miura met centraal geplaatste V12, iets wat eerder enkel was gereserveerd voor echte racewagens. Allebei toonden ze ontegensprekelijk aan dat topprestaties best konden samengaan met topdesign.

In het begin van de jaren ’70 kwam de oliecrisis roet in het eten strooien. Maar toch wisten de Supercars te overleven en zich verder te ontwikkelen. In de nasleep hiervan verschenen de eerste auto’s met turbomotor, waaronder de Porsche 911 Turbo. Een niet alledaagse auto met geheel eigen oplossingen en buitengewone prestaties. Een model waarmee Porsche zich voor eens en altijd ging nestelen tussen de bouwers van Supercars, en daar ook vandaag nog steeds schittert.

Een van de meest opvallende Supercars uit deze periode is de Lamborghini Countach. Alweer een auto met centraal geplaatste motor maar met een zeer opvallend design, dat zich duidelijk onderscheidde van de rest. Zijn V12 was afgeleid van die van de Miura, maar was nu in de lengterichting ingebouwd. De Countach blijft ook vandaag een buitenbeentje in de wereld van de Supercars, met een trouwe schare volgelingen de wereld over.  

Vanaf de jaren ‘80, begint de Nürburgring een belangrijke rol te spelen. Er worden records gebroken zoals door de legendariche RUF CTR ‘Yellowbird’ en er ontstaat een legendarische rivaliteit tussen Porsche met zijn 959 en Ferrari met de F40. Deze twee modellen hadden een enorme invloed en baanden de weg voor een nieuwe generatie Supercars. De Ferrari F40, en niet enkel meer de Porsche 959, waren de voorbeelden die gevolgd moesten worden.

In het begin van de jaren ‘90, bewees de Honda NSX dat een Supercar ook betrouwbaar en aangepast kon zijn aan dagelijks gebruik. In dat decennium verschenen ook een hele reeks prachtige en soms revolutionaire supercars. Modellen die er uit springen voor die periode zijn van diverse pluimage, zoals de Ferrari F50, de Porsche GT1, de McLaren F1, de Jaguar XJ220, de Lotus Esprit V8, de Mercedes-Benz CLK GTR of de Lamborghini Diablo.

Tegenwoordig heeft men het ook over Hypercars. Hun ontwikkeling werd ingezet door het weer tot leven gewekte merk Bugatti, met de legendarische EB110. Een project dat voortijdig eindigde, maar enkele jaren later weer tot leven werd gewerkt door de Volkswagen-groep. De ambities waren niet min. In 2005 kwam de Veyron, de eerste supersportwagen met meer dan 1000 pk. Tien jaar later werd de lat alweer veel hoger gelegd: de Chiron heeft 1500 pk ter beschikking. Intussen verschenen, naar het voorbeeld van wat zich in de F1 doorzette, ook de eerste hybride hypercars: Porsche stelde de 918 voor, McLaren volgde met de P1 en Ferrari met de Laferrari. Nu dat het erop lijkt dat de verbrandingsmotor door steeds strengere eisen op weg naar de uitgang is, kunnen we ons de vraag stellen of dat ook het einde van de super- en hypercars zal betekenen.

DE SUPERCARS IN AUTOWORLD

Van het veertigtal auto’s dat zal worden tentoongesteld tijdens de eindejaarstentoonstelling, zijn er een aantal afkomstig van de belangrijkste partners van deze tentoonstelling. Ze zullen ook enkele van hun actuele modellen tentoonstellen in speciaal daartoe voorziende ruimtes. We komen hier verder op terug.

Lamborghini Miura

Toen Ferruccio Lamborghini onder eigen vlag begon te varen, droomde hij van comfortabele GT’s die zo goed in elkaar staken dat je er eindeloos mee onder­weg wilde zijn. Geen supersportwagens dus. Tot de pientere ingenieur Gianpaolo Dallara achter Ferruccio’s rug een revolutionair chassis ontwierp met een spectaculaire V12 achterin. Nadat die technische basis in ’65 op het salon van Turijn werd getoond, waren de reacties zo laaiend dat Lamborghini wel door moést gaan met het project. Het jaar nadien had Bertone zo’n fraai koetswerk klaar dat de auto bij leven al legendarisch was. Het was de snelste sportwagen van zijn tijdperk en de eerste Lamborghini die naar een bekend stierenras werd genoemd.

LaFerrari

Wat ooit startte met de F40 en dan verder ging via de F50 en Enzo, cumuleerde uiteindelijk in de onwezenlijke LaFerrari, een auto die zo hard in iedere vezel uitstraalt wat Ferrari echt betekent dat men hem de ultieme, ietwat tenenkrullende naam LaFerrari meegaf. Net zoals de Porsche 918 en de McLaren P1 heeft de LaFerrari hybridetechnologie onder de leden: samen leveren de V12 en de elektromotor hier 963 pk. Tot spijt van voormalig hofleverancier Pininfarina is dit namelijk de eerste Ferrari die helemaal in eigen huis werd ontworpen. In goede Ferrari-traditie bouwt men er altijd eentje minder dan men denkt te kunnen verkopen. 499 stuks in dit geval, die aan één miljoen euro per stuk letterlijk de deur uitvlogen. Sterker: slechts zeer trouwe klanten konden hem ‘krijgen’.

Porsche 959

Van bij zijn creatie was de 959 een revolutionaire auto, één brok technologie en aangedreven door een kleine biturbo zescilinder (minder dan 3,0 liter) met vier kleppen per cilinder en een vermogen van 450 pk. De ontwikkeling van de Porsche 959 duurde lang en hij werd pas in 1987 geleverd. Hij werd toen voorgesteld als het toonbeeld van de fantastische knowhow van de firma. In de competitie werd hij alleen in de Paris-Dakar ingezet – en met succes. De 959 was het uitgangspunt voor de ontwikkeling van de 4x4-versie van de 911.

McLaren P1

Samen met Williams, Lotus en Cooper was McLaren één van de vele “garagisten”, zoals Enzo Ferrari de Engelse raceteams graag denigrerend wegzette. Vaak waren dat inderdaad behoorlijk amateuristische teams die in een morsig atelier aan koersauto’s sleutelden en zo tot in de Formule 1 sukkelden. McLaren stak er echter altijd ver bovenuit dankzij de charismatische, zwaar onderkoelde CEO Ron Dennis. Nadat zijn team in de jaren ’80 de Formule 1 compleet domineerde, wilde hij nog een stapje hoger door de ultieme sportwagen voor de openbare weg te bouwen. Dat werd de F1 met BMW V12, drie zitplaatsen én een centraal stuurwiel, allemaal ontwikkeld door topingenieur Gordon Murray en getekend door Peter Stevens. Het was in de jaren ’90 met voorsprong het snelste dat voor geld – ontzettend veel geld – te koop was. Toch sloegen de 107 kopers de slag van hun leven, want vandaag is zo’n F1 al snel enkele tientallen miljoenen waard. Rowan – mister Bean – Atkinson is een van de gelukkigen.

Bugatti Veyron

In 2000 wordt het prototype Bugatti Veyron, getekend door Hartmut Warkuss en zijn designteam, onthuld op de salons van Detroit, Genève en Parijs. Hij draagt de naam van een van de grootste vooroorlogse piloten, die in 1939 samen met Jean-Pierre Wimille de laatste overwinning voor Bugatti behaalde in de 24 Uren van Le Mans. Na vijf jaar ontwikkeling gaat in Molsheim de productie van de Veyron van start in het gloednieuwe « Atelier », op een steenworp van het Château Saint Jean.

Deze sportwagen is de snelste ter wereld toegelaten op de openbare weg. Ieder jaar rollen zo'n 80 exemplaren van de Veyron 16.4, gebouwd met respect voor de traditie van het merk - kunst, vorm en techniek - van de band bij de hoofdzetel van Bugatti, waar de meeste kopers hun wagen meteen ook in ontvangst komen nemen... zoals in de tijd van Ettore.

Maar dat is zeker niet alles. De bezoeker zal tussen de overige modellen zeker een aantal vaste waarden ontdekken, waaronder een Mercedes 300SL Gullwing, een Aston Martin One77, een BMW M1, een Ford GT40, een Jaguar XJ220, een Lexus LFA, een Honda NSX, om er maar enkele te noemen.

TWEE OPEN "BLACK BOXES"

Deze tentoonstelling wordt mogelijk gemaakt dank zij de steun van twee belangrijke partners : de D’Ieteren Group (Porsche, Bugatti, Lamborghini, Bentley) en de Ginion Group (Ferrari, McLaren, Rolls-Royce). Ze hebben elk een eigen afgebakende ruimte (een « Black box »), waar ze enkele van hun actuele Supercars zullen tonen, het aanbod zal in de loop van de tentoonstelling wisselen. Deze “Black Boxes” zijn ook toegankelijk voor de bezoekers van de tentoonstelling, die er de actuele Super- en Hypercars van de 7 vertegenwoordigde merken live zullen kunnen ontdekken.