Al vanaf de eerste dag van de zomervakantie krijgt het legendarische Milanese merk Alfa Romeo de ereplaats bij Autoworld Brussels.
Aan de hand van meer dan 50 legendarische modellen wordt de 112-jarige geschiedenis van het Cuore Sportivo uiteengezet. 
Deze expositie wordt georganiseerd door Autoworld in nauwe samenwerking met de belangrijkste Alfa clubs, het Nationaal Automobielmuseum van Mulhouse, Alfa eigenaars, Corrado Lopresto; een privéverzameling van Italiaanse prototypes en Alfa Romeo Belgium (Stellantis).
Op zondag 3 juli organiseert de Alfa Romeo Quadrifoglio Belgio Club een uitzonderlijke Rally met vertrek voor het Koninklijk paleis en aankomst in het Jubelpark, voor de ingang van Autoworld.
Op de Esplanade zal een 'concours d'élégance' plaatsvinden met een 150-tal deelnemende auto's.

Op de Herman De Croo Plaza, op de eerste verdieping van het museum, worden de historische modellen geëxposeerd.  Vooroorlogse, weg-Race- en zeldzame wagens, zoals een Giulietta Sprint en een Spider, de 2600 Sprint & 2000 Spider, een Montreal, een Giulia Sprint GT Veloce, een Spider Coda Tronca, een GT 1600 Zagato, een Giulia GT 1300 Scalino, een GT 1300 Junior, een 2000 GTV, een Alfasud, een Alfasud TI en een Alfasud Sprint, een Giulietta Turbodelta, een Alfa 90, een Alfa 75 2.5 QV, een Alfa 6 en nog vele andere.

Het ‘National Automobile Museum’ in Mulhouse stelt een prachtige Alfa Romeo 8C Pininfarina uit 1936 ter beschikking, die in datzelfde jaar de Mille Miglia heeft gewonnen.

Daarnaast zal een deel van de tentoonstelling gewijd zijn aan vijf uitzonderlijke prototypes uit de fantastische collectie van Corrado Lopresto. De Lopresto-collectie is één van de belangrijkste verzameling Italiaanse prototypes ter wereld van 1901 tot op heden. Veel exemplaren zijn uniek, op maat gemaakt met bijzondere kenmerken (zeldzame exemplaren, bijzondere series, nummer 1 chassis, auto's van bekende eigenaren, …). De meeste van deze auto’s vielen in de prijzen in Villa d'Este en Pebble Beach.
 
Ook zullen er tal van miniatuurwagens te bezichtigen zijn in de vele diorama’s die tussen de verschillende wagens gepresenteerd staan.
 
Tot slot zal Alfa Romeo Belgium (Stellantis) op de benedenverdieping enkele wagens uit het huidige gamma presenteren.

112 Jaar geschiedenis in een notendop

Het begin

Begin 20e eeuw laat de Franse autoconstructeur Darracq zijn oog vallen op de Italiaanse markt en richt een fabriek op in Portello, in de buurt van Milaan. Helaas zonder succes. In 1909 neemt een groep investeerders uit Lombardije de fabriek over. Zij dopen het bedrijf om tot 'Anonima Lombarda Fabbrica Automobili', of kortweg ALFA. Dankzij de oorlogsindustrie raakt de productie in een stroomversnelling. In 1915 neemt ingenieur Nicola Romeo de teugels in handen en na de oorlog versmelt hij Alfa met zijn eigen bedrijf. Vanaf dan worden er auto's, tractoren, treinen, vliegtuigmotoren en andere industriële producten gebouwd.
In 1923 ziet de zescilinder RL het daglicht, de eerste auto met de volledige naam Alfa Romeo. De raceversie van dit model, de RLSS (Super Sport), behaalt meteen een aantal grote zeges. Aan het stuur: Antonio Ascari en... een zekere Enzo Ferrari.
Romeo laat zijn auto's deelnemen aan alle grote sportcompetities.  Hun successen bezorgen het bedrijf al snel een prestigieuze en sportieve reputatie. Daarom wordt een raceafdeling uit de grond gestampt, met aan het hoofd Vittorio Jano. Onder zijn leiding krijgt de Grand Prix P2 vorm. Deze wagen sleept talrijke overwinningen in de wacht en wordt in 1925 voor het eerst wereldkampioen.
Vanaf dan spitst het merk zich toe op kleinere maar sterk presterende modellen met een stijlvolle afwerking. Zescilinders (6C) met dubbele bovenliggende nokkenassen en al dan niet met Rootscompressor worden het handelsmerk, net als een uitzonderlijk remsysteem dat de concurrentie ver achter zich laat.
In 1931 doet de 8C zijn intrede, waarmee de basis wordt gelegd voor talloze andere sportieve successen. Het raceteam wordt nu geleid door Enzo Ferrari.
Voortaan maakt Alfa Romeo vooral efficiënte en sportieve auto's, waarbij de kostprijs minder van belang is. Alfa wordt een prestigieus merk met een sportieve uitstraling.  Om de oorlog te boven te komen, beslist het bedrijf om één model, de 1900 met zelfdragende carrosserie, in serie te produceren. In 1950 en 1951 wint Alfa de eerste twee F1-wereldkampioenschappen met de Alfetta 158 en 159, met hun 1500 cc compressormotoren met drukvoeding.

Jaren 50 tot nu

In de tweede helft van de jaren 1950 verschijnen nieuwe sportmodellen onder de naam Giulietta, aangedreven door nieuwe viercilindermotoren. Met de komst van de Giulia is een nieuwe fabriek nodig. En die wordt in Arese gebouwd. Het merk blijft focussen op het sportieve aspect, wat leidt tot de oprichting van dochteronderneming Autodelta. Die verenigt alle sportieve activiteiten, zowel voor Sport-Prototypes als voor Touring Cars.
In de sixties oogst Alfa op elk circuit internationale faam dankzij de TZ en GTA, maar ook de GTAM Touring Cars. Als gevolg van de industrialisatie in Zuid-Italië komt er in 1967 een nieuwe fabriek. Hier rolt een kleine moderne auto met voorwielaandrijving van de band, de Alfasud.
De jaren 1970 worden gekenmerkt door hoogtes en laagtes. Sportieve successen en commerciële tegenslagen wisselen elkaar af. Het is de tijd van de 1750 en zijn verschillende versies. Maar ook van zijn opvolger, de 2000. En dan is er ook nog de Montreal, een prestigieus maar minder succesvol project.
In 1986 wordt Alfa een dochteronderneming van de Fiat-groep. Hierdoor wordt veel van de technologie gedeeld en dat gaat ten koste van Alfa's prestigieuze imago. De typische achterwielaandrijving, met of zonder transmissie, wordt vervangen door een veel eenvoudiger voorwielaandrijving.
De lancering van de 156 in 1997 luidt een nieuwe start in voor het merk, dat intussen geldt als een premiummerk binnen de Fiat-groep. De 166 is de logische volgende stap, maar die kan het nieuwe elan helaas niet aanhouden.
Pas in 2015, met de lancering van de nieuwe Giulia, verovert Alfa opnieuw zijn positie als premiummerk binnen de Fiat-groep (het jaar daarvoor nog omgedoopt tot FCA of Fiat-Chrysler Automobiles).
Met de komst van de Stelvio en meer recent de Tonale bevestigt het merk opnieuw zijn exclusieve status. Dit is de eerste stap van het merk in de markt voor elektrische auto’s. Intussen maakt FCA deel uit van Stellantis, het consortium waarin FCA en PSA (Peugeot-Citroën) de krachten bundelen.