De najaarstentoonstelling van Autoworld staat in het teken van de honderdste verjaardag van ons 'nationale' Circuit van Spa-Francorchamps

Meer dan 45 racewagens en motoren, stuk voor stuk modellen die een belangrijke rol hebben gespeeld of zelfs races hebben gewonnen, worden tentoongesteld. Er werd voor gekozen om de zones 'Sport&Competition' en 'Design Story' op de eerste verdieping om te toveren tot een paddock waar de bezoekers zich kunnen onderdompelen in de geschiedenis van het Ardense circuit, dat niet zelden (en volgens ons volledig terecht!) het mooiste ter wereld wordt genoemd

De tentoonstelling in Autoworld wordt opgebouwd rond drie thema’s die het circuit internationale uitstraling geven: de Formule 1, de 1000 km/Spa 6 Hours en uiteraard de 24 Uur
Daarnaast is er een overzicht op schaal 1:43 van alle winnaars.

Drie thema’s

De tentoonstelling in Autoworld wordt opgebouwd rond drie thema’s die het circuit internationale uitstralinggeven: de Formule 1, de 1000 km/Spa 6 Hours en uiteraard de 24 Uur. In de categorie F1 vind je (hoe kan het ook anders) wagens van Lotus en Williams! Maar ook bijvoorbeeld een zeer oude Renault ING, een Benetton, een Ligier en een De Tomaso. Bij de toerwagens vind je een aantal auto's van merken zoals BMW, Mazda, Ford Capri, NSU, Toyota,Mustang en de schattige Porsche 992/Beetle … En dan hebben we nog niets gezegd over het prototype van de Lola T70 die Jackie Stewart bestuurde … en nog veel meer! In totaal zijn er meer dan 35 wedstrijdwagens en -motoren te bewonderen.Daarnaast is er een overzicht op schaal 1:43 van alle winnaars. 

1921 - Een moeilijke start

Het Circuit van Spa-Francorchamps werd op 12 augustus 1921 officieel geopend, maar dat liep niet helemaal zoals gepland. Omdat er slechts één auto kwam opdagen, werden er enkel een paar motorraces gehouden. Het zou nog precies een jaar duren vooraleer de eerste autowedstrijd werd georganiseerd: de Grote Prijs van de RACB werd er gereden over 600 km. De winnaar was een Belg, de Baron de Tornaco, aan het stuur van een Impéria-Abadal voorzien van Engelbert-banden. “Een driedubbele Belgische overwinning”, zo lezen we in 'L’Automobile Belge' van 20 augustus 1922. Maar dat is de mooie kant van het verhaal, lezen we iets verder: geen van de grote merken, zoals Ballot, Peugeot, Sunbeam, Fiat of Bugatti, verschenen aan de start. Ook de grote Belgische merken ontbraken op het appel: Minerva, Nagant en Excelsior. In totaal stonden er nauwelijks twaalf auto’s aan de start … en slechts drie daarvan haalden de eindmeet. De reden van de magere opkomst? Een reglement dat heel wat categorieën van auto’s uitsloot. Bovendien achtten tal van merken de wedstrijd niet belangrijk genoeg om een grote inspanning te leveren. Gelukkig voor het circuit zou de geschiedenis zich niet herhalen … 

Het eerste circuit werd gevormd door drie stukken openbare weg die grosso modo een driehoek vormden.Met zijn lengte van net geen 15 km was het behoorlijk lang en het tracé volgde het natuurlijke reliëf metflink wat hellingen en levensgevaarlijke afdalingen, zoals de Déscente de Masta. Het circuit was heel snelvoor die tijd. Er waren wel enkele heel scherpe bochten, zoals de Source en Stavelot, maar ook langerechte stukken met enkele verraderlijke bochten. Die combinatie werd menig racer fataal, en in 1970 werd de laatste Grote Prijs op het oude tracé gereden.

Een weetje: het ronderecord op het oude tracé werd in 1973 gevestigd door Henri Pescarolo met een Matra 670B in 3 min. 13 sec. 04, goed voor een gemiddelde snelheid van 262,41 km/u. 

Als het circuit zijn internationale rol wilde blijven spelen, moest het veiliger en korter. In 1979 werd het nieuwe circuit in gebruik genomen. Het was 6,9 km lang, maar liep nog steeds een stukje over de openbare weg. Pas in 2003 werd het een permanent circuit met een lengte van 7,004 km.