
AUTOWORLD, HET NATIONAAL AUTOMOBIEL MUSEUM VAN BELGIË
Autoworld Museum Brussels is gevestigd in het prestigieuze Jubelparkpaleis in Brussel. Het museum vertelt al bijna 40 jaar de geschiedenis van de auto en de motorfiets van de eerste pioniers tot de hedendaagse supercars met een collectie van meer dan 300 voertuigen.
Het museum combineert een permanente collectie met tijdelijke tentoonstellingen en biedt zo een levendige ervaring die zowel het Belgische als het internationale automobiele erfgoed in de kijker zet.
De geschiedenis van Autoworld
Autoworld is een privé museum (vzw) dat zijn gebouw huurt van de gemeenschap. Het gepassioneerde en ervaren team zet zich 365 dagen per jaar in voor het beheer, om van Autoworld een invloedrijke en historische plek te maken binnen de automobiel- en evenementensector.

De opening in 1986
In het begin van de jaren 80 is Autoworld tot stand gekomen dankzij de jarenlange inzet en overtuigingskracht van Koning Albert II, Minister Louis Olivier (voormalig Minister van Openbare Werken en voormalig ondervoorzitter van Autoworld) en Voorzitter Herman De Croo (die acht jaar aan het hoofd stond van de Belgische transportafdeling en tot in 2020 voorzitter bleef van Autoworld). Dankzij hun betrokkenheid werd de basis gelegd voor de creatie van het museum, dat op 26 september 1986 zijn deuren opende voor het publiek als een prachtig museum gewijd aan de autogeschiedenis. Hun gezamenlijke inspanningen hebben geleid tot de oprichting van een unieke plek waar de Belgische autogeschiedenis tot leven komt..

De Mahy-collectie
Het is de uitgebreide en goed bewaarde autoverzameling van de familie Mahy, één van de grootste ter wereld, die mee aan de basis ligt van Autoworld.
Grondlegger Ghislain Mahy (1907-1999) was reeds op jonge leeftijd gefascineerd door mechanica en zou gedurende zijn leven eigenhandig tientallen auto's restaureren. Samen met zonen Hans en Ivan bouwde hij een verzameling van maar liefst 1000 exemplaren uit, waartussen heel wat Belgische merken als Minerva, Germain, FN, Imperia, Fondu, Vivinus, Nagant, Belga-Rise en Miesse.
Toen in 1986 het Autoworld-museum werd opgericht, werden er maar liefst 200 voertuigen uit de Mahy-collectie ondergebracht.

EEN NIEUWE DYNAMIEK
De laatste jaren, en vooral sinds 2010, heeft het museum tal van veranderingen en blijvende verbeteringen ondergaan met de ceratie van nieuwe zones zoals :
- Sport en Competie (2012),
- Belgium at Autoworld (2014),
- Moderne en authentieke workshops (2015),
- Media Room (2017)
- Salon 1919 (2019)
-Design Story (2021)
- Koninkelijke wagens (2024)
Jaarlijks vinden er 2 grote tentoonstelling plaats met een 5à-tal wagens, een gebeurtenis die telkens een breed publiek aantrekt. Doorheen het jaar vinden er verder tal van kleinere pop-up tentoonstellingen en autogerelateerde evenementen plaats, die ons trouwe publiek steeds weten te appreciëren.

DE Toekomst
Mede dankzij de bijzondere relaties met de Belgische staat en de Regie der Gebouwen is op basis van regeringsbeslissingen en een Koninklijk Besluit een nieuwe huurovereenkomst afgesloten voor een nieuw huurcontract tot 2041. Deze verlenging geeft Autoworld de kans om de toekomst van het museum te vrijwaren en de gehele beleving naar een superieur niveau te tillen.
Achter de schermen is het team dan ook volop bezig met de voorbereiding van een grootschallige renovatie. meer nieuws hierover volgt binnenkort.
EEN HISTORISCHE LIGGING
Het Jubelpark, waar Autoworld gevestigd is, werd op initiatief van Koning Leopold II ontworpen door architect Gédéon Bordiau. Vanaf 1880 creëerde hij een uitgestrekt monumentaal park ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Belgische onafhankelijkheid. Het project omvatte een imposante overwinningsboog en brede kolonades, symbolen van het prestige dat de koning voor Brussel nastreefde.
Ter voorbereiding van de Wereldtentoonstelling van 1888 bouwde Bordiau achter de boog een indrukwekkende hal in glas en staal, bedoeld om het Belgische vakmanschap in deze domeinen te tonen. Later vroeg de koning om de hal op te delen in twee symmetrische vleugels, waardoor een ruime esplanade ontstond die het uitzicht op de overwinningsboog en de Tervurenlaan extra benadrukte.

DE DROOM VAN KONING LEOPOLD II
Koning Leopold II (1835–1909) had een grootse visie voor Brussel. Hij wilde van de hoofdstad een moderne, leefbare en prestigieuze stad maken die kon wedijveren met de andere grote Europese metropolen. Onder zijn bewind kreeg Brussel een reeks ambitieuze stadsprojecten, geïnspireerd door het Parijse stadsbeeld en gekenmerkt door monumentale lanen, elegante pleinen en imposante gebouwen.Leopold II beschouwde architectuur en stedelijke ontwikkeling als een manier om de welvaart en macht van België te tonen. Zijn droom was om Brussel om te vormen tot een stad die zowel de koninklijke waardigheid als de industriële en artistieke vooruitgang van het land zou weerspiegelen.

HET JUBELPARK – EEN MONUMENTALE REALISATIE
Een van de meest sprekende uitingen van die visie was het Jubelpark, waar vandaag Autoworld gevestigd is. In 1880 gaf Leopold II, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Belgische onafhankelijkheid, aan architect Gédéon Bordiau de opdracht om een groots park te ontwerpen dat deze nationale mijlpaal moest vieren.Bordiau ontwierp een monumentaal geheel met een imposante triomboog en zuilengalerijen, bedoeld als symbool van het prestige dat de koning voor Brussel nastreefde.

Ter voorbereiding van de Wereldtentoonstelling van 1888 bouwde Bordiau achter de triomboog een indrukwekkende hal in glas en staal, bedoeld om het Belgische vakmanschap in deze sectoren te tonen. Het dakgebinte had een overspanning van maar liefst 48 meter, een opmerkelijke technische prestatie voor die tijd.Later liet Leopold II de hal opdelen in twee symmetrische vleugels, waardoor de Esplanade ontstond — een open ruimte die het uitzicht op de triomboog en de Tervurenlaan benadrukte. Zo groeide het Jubelpark uit tot een toonbeeld van Belgische ambitie en innovatie, en tot de indrukwekkende historische site waar Autoworld vandaag deel van uitmaakt.